18 juni 2021
Hier staan vragen en antwoorden over de gevolgen van het coronavirus voor vakantiedagen en vakantiegeld.
Voor de vraag wanneer en hoe de werkgever de vakantiebijslag uitbetaalt, geldt in eerste instantie de wettelijke regel dat de opgebouwde vakantiebijslag over de periode juni 2019 t/m mei 2020 in de maand juni 2020 moet zijn uitbetaald. Van dit tijdstip kan worden afgeweken bij schriftelijke overeenkomst, bijvoorbeeld een cao of (mits een eventuele cao die ruimte biedt) een arbeidsovereenkomst.
Als een werknemer in gezinsquarantaine verblijft en hij kan thuiswerken, dan moet werknemer dat doen. Kan dat niet, dan mag een werkgever geen verlofuren aftrekken, tenzij dat in overleg met de werknemer gebeurt. Werkgever moet het salaris van de werknemer doorbetalen, ook als de werknemer niet kan werken.
Als werknemer vakantiedagen heeft opgenomen en dit wil terugdraaien heeft werknemer hiervoor toestemming van werkgever nodig. Geeft werkgever geen toestemming dan is terugdraaien niet mogelijk. Bovenwettelijke vakantiedagen die niet zijn opgenomen, mag werknemer door werkgever laten afkopen. Zij kunnen elkaar hier niet toe verplichten. Wettelijke vakantiedagen dienen te worden opgenomen en mogen niet worden uitbetaald. Dit is alleen toegestaan bij het einde van het dienstverband.
Nee. Werkgevers mogen werknemers wel vragen vakantiedagen op te nemen. Het is aan werknemers om daarmee in te stemmen of niet. Werkgevers kunnen werknemers niet daartoe verplichten. Als er te weinig werk is, dan is dit de verantwoordelijkheid van de werkgever. De werkgever moet werknemers de vaste uren uitbetalen. Als u als werkgever omzetverlies lijdt, kunt u een beroep doen op de NOW.
Nee, tenzij werkgevers en werknemers dit afspreken in een plan om het bedrijf te laten voortbestaan.
Volgens de wet moet het opgebouwde vakantiegeld over de periode van de maanden juni t/m mei uiterlijk op 30 juni zijn uitbetaald. Sommige bedrijven en organisaties hebben ervoor gekozen op een ander, vast moment de jaarlijkse opbouw van vakantiegeld uit te betalen. Dat is dan moet dan wel zijn geregeld in een schriftelijke overeenkomst tussen de werkgever en de werknemer, zoals een cao of een arbeidsovereenkomst. Als er betalingsproblemen zijn, kan werkgever het vakantiegeld op een later tijdstip of in termijnen betalen, mits een eventuele cao die ruimte biedt en de werknemer hiermee schriftelijk heeft ingestemd.
Vragen neem direct contact met ons op
Bron Rijksoverheid.nl